NLFR

Tandwortelinfecties en periodontitis

Anaërobe kiemen

De essentie

Apicale infecties van maaltanden worden frequent gezien bij paarden. Deze infectie zal zich meestal uitbreiden naar de direct omliggende structuren wat resulteert in het ontstaan van een drainerende fistel (doorheen de huid naar buiten, tot in de sinus, via het periodontaal ligament naar de mond). Vooral anaërobe kiemen zoals Bacteroides spp., Fusobacterium spp., Peptostreptococcus spp, … worden met dergelijke infecties geassocieerd.

Mogelijke oorzaken zijn hematogeen (vooral jonge paarden tijdens wisseling), diepe periodontale infectie, tandfractuur of verspreiding vanuit een diepe infundibulaire cariës.

De omvang van een apicale infectie kan pas goed in kaart gebracht worden door een combinatie van een mondonderzoek met tandenspiegel of dentaal scoop en radiografie of CT.

Infectie van de periodontale structuren of periodontitis (tandvlees, periodontaal ligament, tandcement, alveolair botweefsel) is het gevolg van de aanwezigheid van een abnormale ruimte tussen tanden (diastema) gevuld met fermenterende voedselresten waarin vooral obligaat anaërobe kiemen (zowel Gram-positief als Gram-negatief) een belangrijke rol spelen. Ook spirochaeten worden hiermee geassocieerd.

PREVENTIE EN BEHANDELING

1. Preventie:

  • Het op regelmatige basis (1-2x/jaar) uitvoeren van een gebitscontrole laat identificatie en behandeling van predisponerende factoren toe (abnormale wisseling melktanden, afwijkende slijtagepatronen, cariësprocessen, …).

2. Lokale behandeling:

  • Bij een ernstige apicale infectie is enkel systemische behandeling met een antibacterieel middel (zie verder) weinig zinvol en is een combinatie met extractie van de geïnfecteerde kies aangewezen.
  • Lokale behandeling van periodontitis bestaat uit: uitruimen van diastema, desinfectie met verdund desinfectans, opvullen diastema, verbreden diastema.

3. Systemische behandeling:

  • Systemische behandeling van acute apicale infecties kan succesvol zijn indien radiografische veranderingen in de wortelregio van de aangetaste kies heel beperkt zijn en er geen directe verbinding bestaat tussen de wortelregio en de mondholte (bv. via een fistel langsheen het periodontaal ligament). In dit geval is een langdurige behandeling noodzakelijk (1-2 maanden). In alle andere gevallen is extractie van de geïnfecteerde kies de enige oplossing.
  • Enkel diepe periodontale infectie wordt nabehandeld met antibiotica en niet-steroïdale ontstekingsremmers gedurende een korte periode van 5-7 dagen. Deze aandoening vereist een intensieve opvolging met regelmatige herhaling van het mondonderzoek en de lokale behandeling. Volledige genezing is afhankelijk van de leeftijd van het dier en de specifieke oorzaak van het ontstaan van diastemata.

Keuze van het antibioticum

INDELING OP BASIS VAN WETENSCHAPPELIJK CRITERIA.

Belangrijke nota: het gebruik van niet-vergunde middelen is onderhevig aan de cascaderegelgeving
1ste keuze
benzylpenicilline (niet vergund) 1sulfadoxine + trimethoprim (amino)benzylpenicilline + aminoside (combinatie niet vergund) 1ampicilline 1tetracycline (niet vergund)
2de keuze
Er zijn geen 2de keuze middelen.
.
3de keuze
Er zijn geen 3de keuze middelen.
.
Voetnoten

1: Bij een acute apicale infectie kan (amino)benzylpenicilline gecombineerd worden met een aminoside om een breder werkingsspectrum te verkrijgen.

+ Resistentie

Penicilline G is zeer goed werkzaam tegenover de meeste anaërobe kiemen, dit in tegenstelling tot aminosiden die enkel werkzaam zijn tegenover de aërobe component van de infectie. Penicilline G heeft ook een betere werkzaamheid tegenover anaëroben dan ampicilline. Alternatief kunnen de combinatie van trimethoprim + sulfonamide of tetracycline gebruikt worden, maar de gevoeligheid van anaëroben is eerder variabel ten opzichte van deze actieve substanties.

+ Staalname en diagnostiek

Staalname is niet van toepassing.

+ Referenties

A1-bronnen

Cox et al. Histopathological lesions associated with equine periodontal disease. The Veterinary Journal 2012, 194: 386-391.

Easley et al. Equine Dentistry, 3rd Edition 2011.