NLFR

Otitis

Mannheimia haemolytica, Pasteurella multocida, Mycoplasma

De essentie

Otitis kan zowel een ontsteking van het buitenoor (otitis externa), middenoor (otitis media) en/of binnenoor (otitis interna) betreffen. Vooral een otitis media/interna, gekenmerkt door een scheef gehouden kop (head-tilt) is klinisch belangrijk en komt hoofdzakelijk voor bij jonge kalveren (1-10 weken). Otitis media ontstaat meestal als uitbreiding van een infectie van de bovenste luchtwegen via de buis van Eustachius, maar kan ook als uitbreiding van een ernstige otitis externa of hematogeen ontstaan. Klinische tekenen zijn initieel krabben aan de oren, later depressie, anorexie, (evt.) koorts, hangende oren en head-tilt. De laatste jaren werd duidelijk dat Mycoplasma bovis de hoofdoorzaak is van otitis op groepsniveau bij jonge kalveren. Uit meer individuele of kleinschaligere uitbraken kunnen diverse kiemen geïsoleerd worden: vnl. de gekende respiratoire pathogenen Pasteurella multocida, Mannheimia haemolytica, Histophilus somni, Trueperella pyogenes, maar soms ook streptokokken.

Om een succesvolle therapie te hebben, dient vroeg in het ziekteverloop behandeld te worden met antibiotica. Bijkomende therapieën kunnen bestaan uit NSAIDs en/of verneveltherapie om mucus los te maken. Bij chronische gevallen is de prognose ongunstig.

Therapeutische mogelijkheden zijn dan chirurgische ingrepen zoals myringotomie of bulla osteotomie. Aangezien er heel vaak pneumonie aanwezig is, dient rekening gehouden te worden met de ernst van de pneumonie bij de prognosestelling.

Er is een vaccin beschikbaar t.o.v. P. multocida toepasbaar via het cascadesysteem. Vaccinatietherapie gericht tegen het BRD complex kan mogelijk otitis gevallen als complicatie van BRD verminderen.

Keuze van het antibioticum

Om een succesvolle therapie te hebben, dient vroeg in het ziekteverloop behandeld te worden met antibiotica. Bijkomende therapieën kunnen bestaan uit NSAIDs en/of verneveltherapie om mucus los te maken. Bij chronische gevallen is de prognose ongunstig.
1ste keuze
florfenicol
2de keuze
doxycycline oxytetracycline 1tilmicosine 2tulathromycine tylosine 2
3de keuze
danofloxacine difloxacine marbofloxacine
Voetnoten

1: AR 2: Matig risico voor resistentie

2: AR 3: Hoog risico voor resistentie (voor tilmicosine bij Mycoplasma)

+ Resistentie

Door de betere orale beschikbaarheid van doxycycline, geniet deze molecule de voorkeur op de andere molecules van de tetracycline-groep bij orale toediening.

+ Staalname en diagnostiek

Wanneer en hoe bemonsteren?

Otitis wordt meestal vermoed bij het schuin houden van de kop (otitis media). Subtielere tekenen zijn krabben aan de oren of afwijkende uitvloei uit de oren. Levende dieren kunnen op elk tijdstip bemonsterd worden door een steriele swab in de externe gehoorgang te steken. Post mortem kan de bulla tympanica geopend worden.

Zowel niet-selectieve media (voor de Pasteurellaceae) als een PPLO agar voor Mycoplasma spp. dienen aangevraagd te worden (resultaten binnen 2-5 dagen beschikbaar). Mycoplasma bovis wordt als pathogeen beschouwd (resultaat binnen 7-14 dagen te verwachten; geen antibiogram mogelijk).

Hoe bewaren?

De swab dient in een transportmedium bewaard te worden bij +/- 4°C. Het monster dient binnen de twee dagen onderzocht te worden.

+ Referenties

A1-bronnen

Aarestrup et al. Antimicrobial susceptibility of Haemophilus parasuis and Histophilus somni from pigs and cattle in Denmark. Veterinary Microbiology 2004, 101: 143-146.

Ayling et al. Comparison of in vitro activity of danofloxacin, florfenicol, oxytetracycline, spectinomycin and tilmicosin against recent field isolates of Mycoplasma bovis. Veterinary Record 2000, 146: 745–747.

Blondeau et al. Comparative minimum inhibitory and mutant prevention druk concentrations of enrolfoxacin, ceftiofur, florfenicol, tilmicosin and tulathromycin against bovine clinical isolates of Mannheimia haemolytica. Veterinary Microbiology 2012, 160: 85-90.

Catry et al. Efficacy of metaphylactic florfenicol therapy during natural outbreaks of bovine respiratory disease. Journal of Veterinary Pharmacology and Therapeutics 2008, 31: 479-487.

Cox et al. Rapid and prolonged distribution of tulathromycin into lung homogenate and pulmonary epithelial lining fluid in holstein calves following a single subcutaneous administration of 2.5mg/kg body weight. Journal of Applied Research in Veterinary Medicine 2010, 8: 129-137.

Gagea et al. Naturally occurring Mycoplasma bovis-associated pneumonia and polyarthritis in feedlot beef calves. Journal of Veterinary Diagnostic Investigation 2006; 18: 29-40.

Godinho et al. Efficacy of tulathromycin in the treatment and prevention of natural outbreaks of Bovine Respiratory Disease in European cattle. Veterinary Therapeutics 2005, 6: 122-135.

Nickell and White. Metaphylactic antimicrobial therapy for bovine respiratory disease in stocker and feedlot cattle. Veterinary Clinics of North America: Food Animal Practice 2010, 26: 285-301.

Pardon et al. Prevalence of respiratory pathogens in diseased, non-vaccinated, routinely medicated veal calves. Veterinary Record 2011, 169: 278.

Rerat et al. Bovine respiratory disease: efficacy of different prophylactic treatments in veal calves and antimicrobial resistance of isolated Pasteurellaceae. Preventive Veterinary Medicine 2012, 103: 265-273.

Siugzdaite et al. Susceptibility of Mycoplasma bovis field isolates to antimicrobial agents. Veterinarni Medicina 2012, 57: 575–582.

Stanton et al. The effect of respiratory disease and a preventative antibiotic treatment on growth, survival, age at first calving, and milk production of dairy heifers. Journal of Dairy Science 2012, 95: 4950-4960.

Thomas et al. Antibiotic susceptibilities of recent isolates of Mycoplasma bovis in Belgium. Veterinary Record 2003, 153: 428–431.

A2-bronnen

de Jong et al. VetPath study group, Centre Européen d’Etudes pour la Santé Animale (CEESA), Brussels, Belgium. Antimicrobial susceptibility monitoring of respiratory tract pathogens isolated from diseased cattle and swine across Europe. 22nd European Congress of Clinical Microbiology and Infectious Diseases (ECCMID) 2012.

DGZ, 2012. Antibiogrammen DGZ 2010, 2011.