NLFR

Niesziekte: conjunctivitis

Bordetella bronchiseptica, Chlamydophila felis, Mycoplasma spp., Pasteurella spp., Streptococcus spp.

De essentie

Niesziekte kan voorkomen in de acute en de chronische vorm en wordt gekenmerkt door een conjunctivitis, rhinitis en een bovenste luchtweginfectie. Naast virale agentia (Calici- en Herpesvirus) kunnen bacteriën secundair betrokken zijn. Bij chronische niesziekte moet minstens 4 weken lang behandeld worden. Bovendien dient rekening gehouden te worden met de onderliggende pathologie omdat uitsluitend antibioticumtherapie in die gevallen zinloos is.

Ter preventie dient men aandacht te besteden aan strikte hygiënemaatregelen, het respecteren van quarantaine, het toedienen van een vaccin tegen niesziekte, de isolatie van dragers van FHV-1 of Calicivirus, het vermijden van overbezetting, een goede ventilatie. Vaccinatie kan geen infectie voorkomen, maar kan de ernst van de klinische symptomen verminderen.

Keuze van het antibioticum

Antibioticabehandeling is niet aangewezen bij een sereuze neusvloei.
1ste keuze
Geen 1ste keuzemiddelen aangezien bij voorkeur preventieve maatregelen genomen worden die de noodzaak tot behandelingen met antibacteriële middelen vermijden.
.
2de keuze
cefalexine chloortetracycline doxycycline gentamicine
3de keuze
marbofloxacine

+ Resistentie

Orale toediening van doxycycline in de afwezigheid van voedsel of water kan leiden tot letsels ter hoogte van de slokdarm (erosies, ulceraties, strictuur) bij katten.

Voor Bordetella bronchiseptica worden hoge minimum inhibitorische concentraties (MICs) van cefalexine en amoxicilline gerapporteerd. B. bronchiseptica is wel gevoelig aan de combinatie van amoxicilline met clavulaanzuur.

Doxycycline dringt diep door in de luchtwegen maar heeft een bacteriostatische werking. Van de vermelde tweede keuze middelen werkt uitsluitend doxycycline tegen Mycoplasma spp. Doxycycline is eveneens werkzaam ten opzichte van B. bronchiseptica. Ook de meeste Pasteurella multocida stammen zijn gevoelig aan doxycycline. (Betahemolytische) Streptococcus spp. kunnen resistentie vertonen tegenover doxycycline.

Chlamydophila felis kan resistentie vertonen tegenover het topicaal aan te wenden gentamicine. Als de kat regelmatig hervalt, is systemische therapie met doxycycline als ‘drug of choice’ voor behandeling van obligaat intracellulaire bacteriën aangewezen.

De combinatie van penicilline G met neomycine is vergund voor intramusculaire/subcutane toediening, maar werd niet behouden voor classificatie, omwille van de neveneffecten bij parenteraal gebruik (voornamelijk nefro- en ototoxiciteit).

+ Staalname en diagnostiek

Anamnese en klinisch onderzoek vormen de basis van een diagnose. Oogvloei is van weinig waarde voor cytologisch of bacteriologisch onderzoek.

Een goede staalname is technisch zeer moeilijk en veelal zijn bacteriële culturen overwoekerd door contaminanten. De geïsoleerde kiemen zijn niet noodzakelijk de kiemen die betrokken zijn in het ziekteproces.