NLFR

Salmonellose

Salmonella spp.

De essentie

Naast de bezorgdheid voor voedselveiligheid van producten afkomstig van varkens, komt Salmonellose ook klinisch voor bij varkens. In Europa wordt vooral kliniek gezien ingevolge niet-gastheerspecifieke types waaronder vooral Salmonella Typhimurium. Salmonellose uit zich vooral als een invasieve enteritis, soms gepaard met septicemie of endotoxineshock. De aandoening wordt vooral gezien bij jonge vleesvarkens, frequent naar aanleiding van voederovergangen. De ernstige darmschade die Salmonella veroorzaakt, leidt dikwijls tot blijvende letsels ter hoogte van de darmmucosa met slechte groei of darmstenose tot gevolg.

Er moet in eerste instantie aandacht besteed worden aan infectiedruk (hygiëne, hokbezetting, ...), ongeschikt maken van het darmmilieu (aanzuren, …), voedersamenstelling (meel vs. korrelvoer, ...) en management.

Keuze van het antibioticum

Antibioticabehandelingen zijn meestal niet in staat om het ontstaan van dragers te voorkomen. Bij een klinische uitbraak kan gebruik gemaakt worden van één van volgende antibacteriële middelen.

1ste keuze
trimethoprim + sulfonamiden
2de keuze
apramycine 1colistine gentamicine 1lincomycine + spectinomycine 2procaïne benzylpenicilline + neomycine 3
3de keuze
oxytetracycline enrofloxacine flumequine
Voetnoten

1: Salmonella is een facultatief intracellulaire kiem en aminoglycosiden slagen er niet steeds in om doorheen de cellen van de gastheer te geraken. Het gebruik van aminoglycosiden kunnen daarom, ondanks aangetoonde in vitro gevoeligheid van de Salmonella stam, niet tot het gewenste klinische resultaat leiden.

2: Binnen deze combinatie vormt spectinomycine de werkzame component tegen Salmonella. Deze species is immers intrinsiek resistent tegen lincosamiden. Bij beschikbaarheid van een monopreparaat met spectinomycine moet voorkeur worden gegeven aan een dergelijk middel.

3: Binnen deze combinatie vormt neomycine de werkzame component tegen Salmonella. Deze species is immers intrinsiek resistent tegen procaïne benzylpenicilline. Bij beschikbaarheid van een monopreparaat met neomycine moet voorkeur worden gegeven aan een dergelijk middel.

+ Resistentie

Colistine wordt door de WHO gerangschikt als kritisch belangrijk antibioticum met de hoogste prioriteit (WHO, 2017). Het wordt daarom aanbevolen colistine niet als 1ste keuze middel te gebruiken bij bacteriële infecties bij dieren.

Er is weinig resistentie gerapporteerd tegen aminosiden. Tegen spectinomycine is de resistentie iets hoger. Daarnaast zijn deze molecules goed beschikbaar ter hoogte van het darmmilieu. Ze vertonen doorgaans een minder goede distributie in de darm na IM toediening.

Salmonella is regelmatig resistent (> 60%) tegen tetracycline. Deze molecule werden derhalve bij derde keuze ingedeeld.

De fluoroquinolones bezitten een goede werkzaamheid tegen Salmonella.

Tegen aminopenicillines is er bij Salmonella veel resistentie. Bovendien is er een aanzienlijk risico op selectie van ‘Extended spectrum beta-lactamase’ (ESBL) / AmpC - producerende organismen bij gebruik van deze molecules.

+ Staalname en diagnostiek

Tijdstip staalname:

Staalname gebeurt best kort na het ontstaan van klinische tekens. Bij dragers en langdurig zieke varkens is isolatie moeilijker omdat de kiem intermitterend en in lage aantallen wordt uitgescheiden. Meerdere stalen verschillende dagen na elkaar verzameld, zijn noodzakelijk om dragers op te sporen.

Plaats staalname:

Meststalen van levende dieren kunnen aangeboden worden aan het laboratorium voor cultuur of PCR. De meststalen kunnen rectaal worden afgenomen. Voor mengmestmonsters kan ook mest uit de hoek van het hok worden verzameld.

Bij gestorven dieren kan de dikke darminhoud, alsook de wand van het ileum en de bijhorende lymfeknopen onderzocht worden. Voor het opsporen van dragers ook de tonsillen en mandibulaire lymfknopen bemonsteren.

Hoe bewaren:

Darmen en lymfeknopen worden apart in een nog niet gebruikt wegwerpmateriaal koel (2°C – +6°C) bewaard.

Salmonella kiemen zijn resistent aan uitdroging en worden beschermd door aanwezigheid van organisch materiaal.

+ Referenties

A1-bronnen

de Jong et al. A pan-European survey of antimicrobial susceptibility towards human-use antimicrobial drugs among zoonotic and commensal enteric bacteria isolated from healthy food-producing animals. Journal of Antimicrobial Chemotherapy 2009, 63: 733–744.

de Jong et al. Fluoroquinolone resistance of Escherichia coli and Salmonella from healthy livestock and poultry in the EU. Journal of Applied Microbiology 2012, 112: 239–245.

Dowling. Aminoglycosides. In Giguère et al, Antimicrobial Therapy in Veterinary Medicine, 4th ed. 2006: 207-229.

Giguère. Lincosamides, pleuromutilins, and streptogramins. In Giguère et al, Antimicrobial Therapy in Veterinary Medicine, 4th ed. 2006: 179-190.

Prescott. Beta-lactam antibiotics: penam penicillins. In Giguère et al, Antimicrobial Therapy in Veterinary Medicine, 4th ed. 2006: 121-137.

Schwarz et al. Susceptibility of bacterial pathogens against lincomycin/spectinomycin (1/2), penicillin G/neomycin (1/1), and penicillin G/dihydrostreptomycin (1/1) as determined in the BfT-GermVet monitoring program 2004-2006. Berliner und Münchener Tierärztliche Wochenschrift 2007, 120: 363-371.

A2-bronnen

de Jong et al. Antimicrobial susceptibility monitoring of non-typhoidal Salmonella from healthy pigs and poultry in Belgium 2008-2011. 22nd European Congress of Clinical Microbiology and Infectious Diseases (ECCMID) 2012.

Morrissey et al. EASSA Study Group, Centre Européen d’Etudes pour la Santé Animale (CEESA), Brussels, Belgium. Antimicrobial susceptibility of Salmonella enterica from healthy cattle, pigs and chickens across the EU: European Antimicrobial Susceptibility Surveillance in Animals (EASSA). 52nd Interscience Conference on Antimicrobial Agents and Chemotherapy (ICAAC) 2012.

Moyaert et al. EASSA Study Group, Centre Européen d’Etudes pour la Santé Animale (CEESA), Brussels, Belgium. Antimicrobial susceptibility of zoonotic Salmonella enterica from cattle, pigs and poultry isolated in 8 European countries over a four year period (2002-2006) (EASSA program). 22nd European Congress of Clinical Microbiology and Infectious Diseases (ECCMID) 2012.

Vallé et al. EASSA Study Group, Centre Européen d’Etudes pour la Santé Animale (CEESA), Brussels, Belgium. European Antimicrobial Susceptibility Surveillance in Animals (EASSA) programme: results on enteric bacteria from healthy pigs in the EU. Conference of the American Society for Microbiology (ASM) 2012.

Gegevens antibiogrammen DGZ 2009-2011.

Salmonella rapport CODA 2011.