NLFR

Bronchopneumonie

Pasteurella multocida

De essentie

Hoewel nog steeds bediscussieerd, wordt aantasting van de longen door Pasteurella multocida meestal als secundair beschouwd na virale aandoeningen, na Mycoplasma hyopneumoniae letsels of andere longbeschadigingen (wormletsels, ammoniakconcentratie, ...).

Managementaanpassingen kunnen noodzakelijk zijn om het infectierisico met primaire longpathogenen te beperken.

Keuze van het antibioticum

Door de sterk purulente ontsteking die door P. multocida geïnduceerd wordt, is behandeling met antibacteriële middelen noodzakelijk om blijvende longschade en ernstige productieverliezen te voorkomen.

1ste keuze
florfenicol procaïne benzylpenicilline trimethoprim + sulfonamiden
2de keuze
amoxicilline ampicilline doxycycline gamithromycine gentamicine oxytetracycline procaïne benzylpenicilline + neomycine tildipirosine tilmicosine tulathromycine
3de keuze
lincomycine + spectinomycine tylosine cefquinome ceftiofur danofloxacine enrofloxacine flumequine marbofloxacine

+ Resistentie

Gebruik van aminopenicillines en cefalosporines kan selectie van ‘Extended spectrum beta-lactamase’ (ESBL) / AmpC - producerende organismen bevorderen. Deze molecules werden daarom als respectievelijk tweede en derde keuze gerangschikt.

Tegen tetracyclines werd verhoogde resistentie vastgesteld. De resistentiepercentages tegen doxycycline zijn lager dan tegen de andere molecules van de tetracycline-groep.

Gentamicine en neomycine zijn nefro- en ototoxisch. Aminosiden vertonen een minder goede orale opname.

Tylosine en de combinatie lincomycine + spectinomycine werden als derde keuze gerangschikt omwille van de hogere aantallen resistente stammen.

Tiamuline werd niet behouden voor classificatie, omdat men deze molecule wil voorbehouden voor behandeling van dysenterie.

+ Staalname en diagnostiek

Plaats staalname:

Veelal worden bacteriële agentia (behalve M. hyopneumoniae, Bordetella bronchiseptica en Actinobacillus pleuropneumoniae) in het ziekteproces beschouwd als een secundair agens bovenop een primaire pathogeen en /of managements- of omgevingsfactoren. De kiemen kunnen voorkomen in de bovenste luchtwegen van gezonde varkens.

Voor diagnose bij levende dieren is isolatie van de kiem of het uitvoeren van een PCR noodzakelijk. Hiervoor kan longspoelvocht verzameld worden door een broncho-alveolaire lavage (BAL) of een transtracheale lavage, of kan een tracheobronchiale swab (TBS) genomen worden. BAL fluid is minder geschikt voor het aantonen van A. pleuropneumoniae.

Bij gestorven dieren kan de kiem geïsoleerd worden uit de longletsels. Longweefsel wordt verzameld ter hoogte van de letsels of materiaal wordt verzameld door een swab in de longletsels te draaien.

Hoe bewaren:

Stalen voor kiemisolatie moeten zo snel mogelijk aan het laboratorium worden bezorgd.

Longweefsel kan eventueel wel tijdelijk ingevroren (-20°C) worden, maar Pasteurellaceae gaan bij invriezen sterk achteruit in aantal.