De essentie
Vaginitis is een aandoening die vooral bij de jonge hond voorkomt en gekenmerkt wordt door een kleurloze, witte of gele muceuze uitvloeiing uit de vulva, soms gecombineerd met een duidelijke zwelling van de vulva. Bij een klein deel van de honden gaat de vaginitis gepaard met urethritis en cystitis.
Vaginitis is zelflimiterend bij honden die nog nooit loops zijn geweest. Antibiotica zijn daarom niet geïndiceerd. Bij vaginitis bij dieren ouder dan 1 jaar kunnen bacteriële infecties een rol spelen, maar deze zijn vaak secundair aan abnormaliteiten ter hoogte van het genitaalstelsel of de urinewegen of aan hormonale veranderingen. Indien een onderliggende oorzaak (neoplasie, vreemd voorwerp, ziekte) gevonden en weggenomen wordt, zal de vaginitis spontaan herstellen. Zelfs als geen oorzaak kan gevonden worden, herstelt ¾ spontaan. Antibioticatherapie kan uitzonderlijk toegepast worden bij een sterk positieve cultuur. De keuze van de werkzame stof wordt bepaald via een antibiogram. Vaginale douches met ontsmettende oplossingen worden sterk afgeraden wegens hun irriterende werking. Alleen een veilig product zoals verdunde isobetadine oplossing mag hiervoor eventueel gebruikt worden.
Keuze van het antibioticum
1ste keuze
cefalexine2de keuze
procaïne benzylpenicilline amoxicilline amoxicilline + clavulaanzuur doxycycline3de keuze
enrofloxacine marbofloxacine+ Resistentie
Penicilline G heeft voornamelijk een Gram-positief spectrum maar is ook actief tegenover Pasteurella spp.
Omwille van gelijkenissen in werkingsmechanisme en -spectrum, farmacokinetiek en -dynamiek kan na parenterale toediening van penicilline G overgeschakeld worden naar orale cefalexine voor het verderzetten van de therapie.
Cefalexine heeft een voornamelijk Gram positief spectrum, maar is tevens werkzaam tegen Escherichia coli en Pasteurella spp. Resistentie kan wel voorkomen bij E. coli.
Penicilline G en amoxicilline zijn niet werkzaam tegen β-lactamase producerende stafylokokken. S. aureus stammen die β-lactamase produceren, komen regelmatig voor. Cefalexine en de combinatie amoxicilline + clavulaanzuur zijn werkzaam tegenover dergelijke stammen.
Resistentie van E. coli tegenover amoxicilline en tetracycline (doxycycline) komt vaak voor.
Tetracycline resistentie wordt vaak gerapporteerd bij Gram-positieve kokken.
De combinatie van penicilline G met neomycine is vergund voor intramusculaire/subcutane toediening, maar werd niet behouden voor classificatie, omwille van de neveneffecten bij parenteraal gebruik (voornamelijk nefro- en ototoxiciteit).
+ Staalname en diagnostiek
+ Referenties
De Graef. Faecal enterococci, streptococci and Escherichia coli from dogs and cats: identification and occurrence of acquired antimicrobial resistance, Proefschrift 2009, Universiteit Gent.
Giguère et al. Antimicrobial Therapy in Veterinary Medicine, 5th ed. 2013.
Greene & Calpin. Antimicrobial drug formulary. In: Greene (Editor). Infectious diseases of the dog and cat. Elsevier Saunders, 4th ed. 2012, pp. 1207-1320.
Root. 2008. Vaginitis in dogs: A simple approach to a complex condition. Veterinary Medicine 2008, 103, no. 10.