De essentie
De keizersnede is in België de meest uitgevoerde chirurgische ingreep bij rundvee. Onderstaande richtlijnen zijn opgesteld voor de keizersnede zonder complicaties.
Er zijn momenteel onvoldoende gegevens beschikbaar om a priori te bepalen welke kiemen verantwoordelijk zijn voor besmettingen bij runderen die een keizersnede ondergaan. Wanneer de betrokken kiemen onbekend zijn en er sprake is van een niet-gecompliceerde keizersnede, vormen de commensale en/of facultatief pathogene bacteriën op de huid van de koe en de dierenarts de grootste infectiebron voor de operatiewonde (bijvoorbeeld Staphylococcus spp.).
Bij een keizersnede zonder complicaties varieert het besmettingsrisico in het algemeen van laag tot matig. Bij een keizersnede met complicaties varieert het risico op besmetting van hoog tot zeer hoog.
Goede praktijken vóór, tijdens en na de chirurgische ingreep beperken het risico op bacteriële besmetting. Een aangepaste omgeving (een keizersnedebox) en voortdurende asepsie (het dier en de operatieplek voorbereiden met reinigings- en ontsmettingsmiddelen; steriele handschoenen, chirurgische instrumenten en producten gebruiken; de operatietijd beperken) zijn slechts enkele voorbeelden van goede praktijken die de dierenarts moet toepassen om infecties tijdens de chirurgische ingreep te vermijden of het risico erop te verkleinen. Om het risico op besmetting tijdens een chirurgische ingreep bij runderen te beperken, dienen alle mogelijke preventieve maatregelen te worden genomen.
Keuze van het antibioticum
1ste keuze
Uitsluitend voor de keizersnede zonder complicaties.
Toe te dienen via intramusculaire weg bij voorkeur 15 tot 60 minuten voor de start van de operatie:
2de keuze
3de keuze
Voetnoten
1: Op dit moment is er in België geen enkel antibioticum dat een vergunning heeft voor het in de handel brengen voor gebruik bij een keizersnede of, in bredere zin, bij de perioperatieve behandeling van rundvee. De dierenarts kan uitzonderlijk een antibioticum gebruiken buiten de vergunning om (onder de voorwaarden van de cascaderegelgeving) en dit op eigen verantwoordelijkheid.
+ Resistentie
De keuze-indeling houdt uitsluitend rekening met de context van de keizersnede zonder complicaties, waarbij commensale en/of facultatief pathogene bacteriën op de huid van de koe en de dierenarts de grootste infectiebron voor de operatiewonde vormen. Deze kiemen zijn van nature gevoelig voor procaïne benzylpenicilline, hoewel rekening moet houden met het voorkomen van verworven resistentie.
Voor de gecompliceerde keizersnede, waarbij er sprake is van een polymicrobiële context kan er geen eerste keuze antibioticum worden aanbevolen.
+ Staalname en diagnostiek
Tijdens de keizersnede kan een staal genomen worden ter hoogte van het peritoneum, door middel van een swab. Zo kan geanticipeerd worden op een mogelijke infectie na de keizersnede en kan een therapie, aangepast aan de microbiële context gestart worden.
+ Referenties
Chicoine AL, Boison JO, Parker S, Clark C, Dowling PM. Kinetics and residues after intraperitoneal procaine penicillin G administration in lactating dairy cows. The Journal of Veterinary Pharmacology and Therapeutics, 2009, 32, 289-95.
De Coensel E, Sarrazin S, Opsomer G, Dewulf J. 2020. Antimicrobial use in the uncomplicated cesarean section in cattle in Flanders. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2020, 89, 41-51.
Djebala S. Contribution à l’étude de l’utilisation raisonnée des antibiotiques et des complications post-chirurgicales lors de césarienne élective chez les bovins. Thèse présentée en vue de l’obtention du grade de Docteur en Sciences Vétérinaires. Université de Liège. Année académique 2020-2021.
Djebala S, Croubels S, Cherlet M, Martinelle L, Thiry D, Moula N, Sartelet A, Bossaert P. Description of Plasma Penicillin G Concentrations after Intramuscular Injection in Double-Muscled Cows to Optimize the Timing of Antibiotherapy for Caesarean Section. Veterinary Sciences, 2021a, 8, 67.
Djebala S, Evrard J, Gregoire F, Bayrou C, Gille L, Eppe J, Casalta H, Frisée V, Moula N, Sartelet A, Thiry D, Bossaert P. Antimicrobial Susceptibility Profile of Several Bacteria Species Identified in the Peritoneal Exudate of Cows Affected by Parietal Fibrinous Peritonitis after Caesarean Section. Veterinary Sciences, 2021b, 8, 295.
Djebala S, Moula N, Bayrou C, Sartelet A, Bossaert P. Prophylactic antibiotic usage by Belgian veterinarians during elective caesarean section in Belgian blue cattle. Preventive Veterinary Medicine, 2019, 172, 104785.
Europese Verordening 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG.
Gille L, Pilo P, Valgaeren B.R, Van Driessche L, Van Loo H, Bodmer M, Bürki S, Boyen F, Haesebrouck F, Deprez P, Pardon B. A new predilection site of Mycoplasma bovis: Postsurgical seromas in beef cattle. Veterinary microbiology, 2016, 186, 67-70.
Hanzen C, Theron L, Detilleux J. Modalités de réalisation de la césarienne dans l’espèce bovine en Europe. Bulletin des GTV, 2011, 58, 15-26.
Hanzen C en Houtain J.Y. Conditions pratiques et thérapeutiques de la césarienne dans la l’espèce bovine. Résultats d’une enquête. Société Française de Buiatrie. Le nouveau Peripartum, 1998, 108-112.
Hanzen C, Theron L, Detilleux J. Réalisation de la césarienne dans l’espèce bovine en Europe : l’intervention et ses conséquences. Bulletin des GTV, 2011, 62, 61-72.
Klein WR, van der Velden MA, Ensink JM. Single intraoperative administration of antibiotic to cows with caecal torsion: Wound infection and postoperative performance. A retrospective and prospective study, Veterinary Quarterly, 1994, 16: sup2, 111-113.
Kolkman I, De Vliegher S, Hoflack G, Van Aert M, Laureyns J, Lips D, de Kruif A, Opsomer G. Protocol of the Caesarean section as performed in daily bovine practice in Belgium. Reproduction in Domestic Animals, 2007, 42, 583-589.
Mijten P, van den Bogaard A.E.J.M, Hazen M.J, de Kruif A. Bacterial contamination of fetal fluids at the time of cesarean section in the cow. Theriogenology, 1997, 48, 513-521.